
In de schemering op 30 april zag ik de eerste meikevers (melolontha melolontha) al rond 'snorren'. Prachtige, ca. 3 cm grote kevers. Lomp en onbeholpen, zowel op de poten als op de vleugels. Ze vliegen regelmatig tegen een ruit of in je haar, belanden vaak op hun rug en liggen dan wat te spartelen totdat het ze lukt weer op de pootjes terecht te komen. Maar ze zijn en blijven mooi, vooral de mannetjes met hun intrigerende antennes.
Met de meikevers komen ook de roeken opzetten, voor hen is het een delicatesse. Ze vangen ze in de kruin van de eikenbomen, waar de kevers kort na hun geboorte heen vliegen. Soms zitten ze zelfs in het gras te wachten waar de onfortuinlijke kever, net geboren, alweer wordt gesnackt. De larven van meikevers, engerlingen genaamd, leven onder de grond en doen zich tegoed aans de wortels van vooral gras. Ze kunnen een heel gazon ontwortelen en maken zich daarmee niet geliefd bij tuinenbezitters. Gelukkig hebben wij een mooi kruidenrijk grasveld, dat is beter bestand tegen die veelvraten.
Deze mannetjes meikever zat een tijdje wat wiebelig op een eikentak, af en toe de vleugels optillend. Uiteindelijk lukte het ze uit te slaan en weg was hij, snorrend de boomkruin in.